"Oud worden moet wel leuk zijn"

Deel dit bericht via

In De ParticipatieKliniek kun je ervaren hoe het is om oud te zijn en een ‘mankement’ te hebben. Dat dat niet altijd meevalt mochten wij bij Vektis zelf ook ervaren. Welkom in De ParticipatieKliniek.

Geestelijk vaders van de Participatiekliniek Stef Verhoeven, Jos Bus en Matthijs Buikema vertellen. Stef: “Het is 2015 als V&VN ons de vraag stelt mee te denken over de implementatie van een nieuwe medicatierichtlijn in de ouderenzorg. Opstellen, opsturen naar een instelling, en dan? Hoe zorgen we dat zoiets goed landt, want ‘ze moeten al zoveel’. Dat bracht ons op de vraag hoe het gaat met de langdurige zorg. Hoe het met de beroepstrots was gesteld. De langdurige zorg bleek vooral een systeemwereld geworden, waarin het gaat over protocollen in plaats van mensen. Zijn we daarom op aarde? Nee! En dus wilden wij terug naar de basis. Er vormden zich al snel ideeën om een eigen kliniek te openen, waar je als professional zelf kunt ervaren hoe het is om oud te zijn, of doof, of blind of aan een rolstoel gekluisterd. Hoe is het om zelf zorg te ontvangen?”

Jos: ”V&VN stond achter ons idee en samen hebben we de schouders eronder gezet. Zo ontstond De Participatiekliniek onder het motto: Kantel je blik, beweeg de zorg. We zijn ter voorbereiding als stagiair aan de slag gegaan bij verschillende zorginstellingen. Daar hebben we veel ideeën opgedaan. Het viel ons bijvoorbeeld op dat de ouderenzorg een heel eigen taal heeft. Niet ‘bewoner’ maar ‘cliënt’, niet ‘iemand inhuizen’ maar ‘iemand opnemen’. Maar ook een typische aanspreektoon van bewoners: “Hebben we lekker geslapen, lieverdje?” Dat inspireerde ons tot de Jeuktaalbingo van de zorg. Wat tijdens de stage ook opviel is de energie en humor op de werkvloer. Mensen die werken in de zorg cijferen zichzelf totaal weg, ze doen hun werk vol overgave. Dat is heel mooi om te zien.”

Stef: “In Megen hebben we vervolgens een leegstaande zorglocatie gehuurd en daar nemen we verzorgenden en verpleegkundigen voor 24 uur op in de rol van bewoner. Het gaat om de beleving zorg te ontvangen gezien vanuit de bewoner. En over empowerment, je gesterkt voelen de leiding te pakken. In De Participatiekliniek draait alles om verbinding, vertrouwen en zelfreflectie, om ervarend leren. Je ervaart hoe het is om oud te zijn en zorg te ontvangen. Hoe wil je later zelf verzorgd worden? Wat betekent dat voor je eigen rol en vakmanschap als zorgverlener? En wat voor stap kun je zelf zetten om de zorg morgen leuker, mooier, beter en veiliger te maken? Onze acteurs/trainers hebben geen verstand van zorg, wel van mensen. Zij faciliteren dit etmaal in zorg en zijn daarbij niet vies van een beetje theater.”

Stef: “Er is ook een compacte doe-het-zelfversie van De Participatiekliniek beschikbaar. In 5 tentjes laten we bezoekers in een paar uur kennismaken met alle aspecten van het oud zijn. Dat hebben we ook gedaan voor de mensen van Vektis. In het stadje Megen zijn we trouwens bijna klaar. We trekken in het najaar weer verder met de Participatiekaravaan op andere locaties in het land. Het is onze droom om in verschillende regio’s Participatieklinieken te openen, waar naast professionals ook vrijwilligers, mantelzorgers en studenten welkom zijn. De tijd is rijp om de beweging te verbreden, ook met het oog op de tekorten op de arbeidsmarkt in de ouderenzorg.”




Over oud worden

Marieke Smit werkt als manager Informatie & Onderzoek bij Vektis. “Bij Vektis maken we al 25 jaar mooie zorginzichten van declaratiedata. Ook over de ouderenzorg. Wij voelen ons betrokken en willen met onze inzichten bijdragen aan betere zorg voor iedereen. Wij maken de inzichten voor onze klanten, zoals zorgaanbieders en zorgverzekeraars. Maar eigenlijk doen we dit natuurlijk ook voor hún klanten. Mensen zoals jij en ik, die zorg nodig hebben. Wij vinden het belangrijk om daar eens wat vaker bij stil te staan. En dan is zelf de zorg ervaren, op deze manier, wel heel bijzonder. Ouderen gebruiken gemiddeld 3 keer zoveel zorg als 65-minners. Dat zijn de feiten, maar wat houdt dat nu echt in, in de praktijk? Hoe is het om zorg te krijgen als je een mankement hebt en bepaalde zaken niet zelf meer kunt. Of wanneer je niet meer in je eigen huis kunt wonen en je zelfstandigheid moet opgeven. Ik vond het een confronterende ervaring, het oud zijn en een mankement hebben. Met name toen we na moesten denken over hoe dat laatste thuis eruitziet. We hopen allemaal gezond oud te worden, met onze dierbaren, in ons eigen huis. Desnoods met een traplift. Toch is dat geen zekerheid. Sommige dingen kun je beïnvloeden, gezond leven bijvoorbeeld. Maar dat wat het lot je toebedeelt, daar kun je niet veel aan veranderen. Ik vertrouw er maar op dat ik meegroei in de gedachte van het ouder worden en dat dat een heel natuurlijk proces is, net als het krijgen van grijze haren. In de tussentijd blijven wij de ouderenzorg in beeld brengen, in de hoop daarmee ook de zorg die ik nodig heb op mijn eigen oude dag te kunnen verbeteren.”

Jos Bus wordt in De ParticipatieKliniek dagelijks geconfronteerd met ouderdom: “Ouder worden is heftig. Mijn moeder heeft nu zorg nodig. Dat is de werkelijkheid. En wij hebben later zelf ook zorg nodig. 50 jaar geleden woonden ouderen in bejaardentehuizen, die zijn grotendeels wegbezuinigd. Natuurlijk hopen we allemaal lang thuis te kunnen blijven wonen. Maar wat als dat niet meer gaat? Dan kom je in een verpleeghuis terecht. Tijdens onze stages en clinics hebben we veel huizen van binnen gezien. Ik schrok daar erg van. Als ik het voor het zeggen heb, dan kies ik daar niet vrijwillig voor. Liever ga ik met een groep gelijkgestemden bij elkaar wonen en regelen we samen de zorg. Dan nemen we onze intrek in een eigen ‘kliniek’, maar dan wel 1 met een podium, geluidsdicht en een aparte werkruimte. Ik neem al mijn boeken, foto’s en muziek mee. En natuurlijk de mensen van wie ik houd. Oud worden moet tenslotte wel leuk zijn.”

Henk Ermers is coördinator informele zorg bij Pantein Zorggroep. In september 2017 werd hij voor 24 uur opgenomen in De ParticipatieKliniek. Ermers: “Ik vond het heel confronterend. We hebben allemaal een beeld bij het hebben van een ‘mankement’, maar we weten niet hoe groot de impact echt is. Mijn vader is slechthorend, een echte ouderdomskwaal. Tijdens mijn opname in De ParticipatieKliniek kreeg ik toevallig ook dit mankement toebedeeld. Na een dag slechthorend te zijn geweest realiseerde ik me hoe gemakkelijk je in een sociaal isolement terechtkomt als je niet kunt deelnemen, hoe naar dat is. Ik was niet alleen slechthorend die dag, maar ook halfzijdig verlamd. Door de beperkte energie die je dan hebt zijn bepaalde normen en waarden al snel niet belangrijk meer. Ik kreeg mijn blouse niet goed in mijn broek bijvoorbeeld. Te veel gedoe, laat maar hangen. Ik kreeg mijn vlees niet gesneden. Gelukkig bood iemand aan te helpen. Het resultaat was een grote prak eten. Zo doe ik het thuis nooit, maar je bent al lang blij dat je hapklaar kunt eten. Nog zo’n voorbeeld: we werden om 7 uur gewekt met appelmoes en onze medicatie. Heel gebruikelijk in een instelling als medicijnen innemen met water niet meer lukt. Ik vind appelmoes best lekker, maar niet om 7 uur ‘s morgens. Wij hebben onze cliënten direct de vraag gesteld wat zij daar eigenlijk van vonden en gevraagd wat een goed alternatief zou zijn. Die bewustwording is heel waardevol en dat geldt ook voor de workshops en intervisiebijeenkomsten. Pantein is inmiddels 2 keer opgenomen geweest. De 2e keer samen met collega’s uit het Maasziekenhuis en de thuiszorgorganisatie. Het initiatief is erg enthousiast ontvangen en draagt bij aan de saamhorigheid en samenwerking tussen de verschillende zorgdomeinen. Wij hebben intern in allerlei vormen opvolging gegeven aan ons verblijf in De ParticipatieKliniek. Het ervaringsleren doet het bijzonder goed bij onze medewerkers. Na mijn verblijf in De ParticipatieKliniek kijk ik anders naar oud worden. Mijn moeder is 77 jaar en roept steeds: ‘Als ik maar niet zo word als mijn moeder’ – zij had dementie. Mijn ouders zijn gelukkig nog vitaal. Maar wanneer het moment komt dat dat niet meer zo is en je niet meer wil, dan is een pil in je nachtkastje nog niet zo’n rare gedachte. Misschien is dat ook wel mijn eigen ijdelheid: als ik zo afhankelijk word van andere mensen en ik mijn normen en waarden moet laten varen, dan zou ik graag zelf willen aangeven: het is goed zo.”

Natascha van Kasteren werkt als Verzorgende IG/EVV in verpleeghuis De Vlaswiek in Liempde, onderdeel van Zorggroep Elde. EVV staat voor eerstverantwoordelijke verzorgende voor een bewoner. Natascha maakt zorgplannen en draait mee in de dagelijkse praktijk. Ze liet zich vrijwillig opnemen in De ParticipatieKliniek. Van Kasteren: “Na een loting was dat, want er was enorm veel animo onder het personeel van Zorggroep Elde. Ook ik vond een verblijf in De ParticipatieKliniek heel confronterend. Ik kreeg de mankementen slechtziend en slechthorend toebedeeld en daarbij liep ik ook nog eens moeilijk, met een driepoot. Tijdens het eten, aan een tafel vol mensen, merkte ik al snel hoe mijn beperkingen impact hebben op het dagelijks leven. Omdat ik slecht zag en hoorde, kwamen er wel heel veel prikkels binnen, maar kon ik ze niet goed plaatsen. Dat zorgde voor hoofdpijn. Ik voelde me eenzaam en heb mezelf teruggetrokken, zodat ik mij kon afsluiten voor al die prikkels. Wij denken vaak dat het gezellig is voor een bewoner om aan tafel mee te eten. Nu zal ik daar nooit meer op aan dringen. Als iemand op zijn of haar kamer wil eten, dan is dat oké. Hetzelfde geldt voor vroeg naar bed gaan. Ik zeg ‘s avonds ook nooit meer ‘blijf nou nog gezellig koffiedrinken’ als iemand vroeg naar bed wil, want ik heb zelf ervaren hoe vermoeiend het is om te leven met een mankement. Het viel mij ook op hoeveel herrie er eigenlijk is op een afdeling. 16 bewoners, de verzorgenden, geluiden zoals het roeren in een kopje of het stapelen van borden. Wij houden hier tegenwoordig echt rekening mee en hebben bijvoorbeeld de metalen theelepels vervangen door stille, houten exemplaren. Ook plaats ik mensen die slechthorend zijn nu anders in de ruimte. Zodat zij kunnen zien waar bepaalde geluiden en prikkels vandaan komen. Al dit soort kleine aanpassingen dragen bij aan minder onrust bij onze bewoners. Ook al is het lastig communiceren met de mensen voor wie ik zorg, ik zie en voel dat zij er wel bij varen.“