Nieuwe aanpak

We hebben de dementiepopulatie in twee stappen afgebakend:

  1. In de eerste stap selecteren we iedereen van 40 jaar en ouder met een of meer indicatoren die duiden op dementie. De indicatoren betreffen declaraties uit de Zorgverzekeringswet over wijkverpleging, geneesmiddelengebruik, ziekenhuisbezoek en ggz-gebruik. Ook de indicaties en declaraties vanuit de Wet langdurige zorg zijn betrokken. Een indicator wordt alleen meegenomen als de persoon in kwestie op dat moment minimaal 40 jaar oud is. Aangezien dementie een chronische aandoening is, hebben we bij het afbakenen van de dementiepopulatie zover mogelijk teruggekeken in de tijd. Hoe ver? Dat verschilt per indicator: voor ziekenhuisdiagnoses zijn we teruggegaan tot 2007, maar voor wijkverpleging is pas informatie vanaf 2017 beschikbaar. Dus iemand die bijvoorbeeld in 2012 de diagnose dementie krijgt, vastgesteld door de neuroloog in het ziekenhuis, rekenen we in 2020 nog steeds tot de dementiepopulatie.
    De indicatoren die bepalen of we iemand in de dementiepopulatie meenemen komen overeen met de indicatoren uit de ‘oude’ methode.
  2. In de tweede stap – en dat is nieuw - passen we een aantal rekenregels/inclusiecriteria toe om tot de herijkte dementiepopulatie te komen. Voorheen rekende we iedereen uit stap 1 tot de dementiepopulatie. In de nieuwe aanpak wordt een persoon geïncludeerd in de dementiepopulatie als wordt voldaan aan één of meer van de inclusiecriteria. a

 

Indicatoren zoals in stap 1 genoemd

Indicatoren
(gebruikt vanaf )

Definitie

Farmacie (2006)

Galantamine, memantine, rivastigmine en donepezil (tezamen één indicator)

Ziekenhuiszorg (2007)

Afzonderlijke indicatoren:

- Diagnose Dementie syndromen - Neurologie

- Diagnose Geheugenproblemen en dementie - Inwendige Geneeskunde (vanaf 2014)

- Diagnose Geheugenproblemen en dementie - Klinische geriatrie

GGZ

(2007)

Diagnose Delirium, dementie, amnestische en overige cognitieve stoornissen

Wijkverpleging (2017)

Zorg aan kwetsbare ouderen en chronisch zieken, langer dan 3 maanden (psychogeriatrisch/psychiatrisch), Ketenzorg dementie, PG, PG-complex (tezamen één indicator),

Wlz-indicaties (2018)

Eerste of tweede grondslag: psychogeriatrische aandoening

Wlz (2012 t/m 2017)

Zorg in natura: ZZP VV5, VPT VV5, dagbesteding psychogeriatrisch

Pgb: grondslag psychogeriatrische aandoening en/of zorgprofiel 5VV (tezamen één indicator)

 

Rekenregels/inclusiecriteria

Inclusiecriterium

1. Mensen met een Wlz-indicatie met een eerste of tweede grondslag psychogeriatrie (pg). De grondslag pg geeft 'toegang' tot de aan dementie gerelateerde zorgprofielen VV5 en VV7. We gaan ervan uit dat het gros van de mensen met de grondslag pg tot de dementiepopulatie behoort. We gaan er verder vanuit dat iemand in het jaar voorafgaand aan de indicatie ook al tot de dementiepopulatie kan worden gerekend. Dus als iemand in 2018 een indicatie heeft gekregen zijn, is deze persoon in onze systematiek ook in 2017 tot de dementiepopulatie gerekend.

2. Mensen die in 2017 zijn overleden met een Wlz declaratie voor VV5 of een Pgb VV5/grondslag pg in of voor 2017. Deze categorie is toegevoegd, omdat we voor het jaar 2017 niet over Wlz-indicaties beschikken.

3. Mensen met een diagnose voor Dementiesyndromen – Neurologie. Uit onderzoek van het CBS is gebleken dat een grote meerderheid (circa 86%) van de mensen met een declaratie waar de diagnose uit is afgeleid, daadwerkelijk de diagnose dementie is gesteld.

4. Mensen die enige tijd dementie-medicatie hebben gebruikt. Deze medicijnen worden in de regel alleen voorgeschreven bij dementie.

5. Mensen met minimaal 2 indicatoren in één jaar of in de tijd voor
- Wijkverpleging (codes samengevoegd; vanaf 2017)
- Diagnose Geheugenproblemen en dementie - Inwendige Geneeskunde
- Geheugenproblemen en dementie - Klinische geriatrie (zh)
- Diagnose delirium, dementie, amnestische en overige cognitieve stoornissen (ggz)

In één jaar gaat het om 2 verschillende indicatoren. In meerdere jaren kan het ook om dezelfde indicatoren - bijvoorbeeld meerdere jaren wijkverpleging - gaan. Ook de combinatie met een van de andere indicatoren – bijvoorbeeld een Wlz-indicatie – telt mee. Mensen worden meegenomen in de populatie vanaf het jaar van de eerste indicator.

We hebben de combinatieregel geïntroduceerd, omdat we willen voorkomen dat we de populatie overschatten. Bijvoorbeeld bij bepaalde ziekenhuis diagnoses is bekend dat niet iedereen met een dbc daadwerkelijk tot de dementiepopulatie kan worden gerekend. 

6. We sluiten mensen met een grondslag anders dan psychogeriatrie uit. Dit wordt bepaald op basis van de laatst bekende Wlz-indicatie. We vinden het niet reëel om deze mensen tot de dementiepopulatie te rekenen, omdat er geen sprake is van een grondslag psychogeriatrie. Het gaat bijvoorbeeld om mensen die in een instelling voor verstandelijk gehandicaptenzorg wonen.

 

Let op: we nemen de declaratiedata mee die op het moment van analyseren beschikbaar zijn. Dus ook declaraties in bijvoorbeeld 2021 zijn medebepalend of iemand in 2020 tot de dementiepopulatie is gerekend. Hiermee houden we de groep zo actueel mogelijk. Het is echter niet uit te sluiten dat bij het toevoegen van een nieuw jaar de populatie in oudere jaren wordt bijgesteld. Dit heeft te maken met het gebruik van deze combinatieregel.