Er kunnen verschillende oorzaken zijn waardoor de huisartsenkosten hoger liggen dan de verwachte kosten. Hiervoor is het goed om eerst te kijken naar wat de ‘verwachte waarde’ inhoudt. De verwachte waarde geeft aan wat voor uw totale patiëntenpopulatie mag worden verwacht, uitgaande van het regionale en landelijke zorggebruik. Hierbij kijken we naar drie patiëntkenmerken: vijfjaarsleeftijdsklasse, geslacht en sociaaleconomische status. De patiëntenpopulatie van uw praktijk wordt dus vergeleken met een vergelijkbare patiëntenpopulatie (d.w.z. dezelfde patiëntkenmerken) op regionaal en landelijk niveau.
Wanneer de verwachte waarde afwijkt van de waarde voor uw praktijk, is het de moeite waard om te onderzoeken welke mogelijke redenen er zijn voor dit verschil.
Onder de huisartsenkosten (hoofdstuk 5 in de praktijkspiegel) vallen alle soorten consulten & visites, M&I-verrichtingen en de POH-GGZ. Een afwijking ten opzichte van de verwachte kosten zal dus te relateren zijn aan een van deze onderdelen. In onderstaand voorbeeld is te zien dat deze praktijk veel meer consulten en visites heeft dan verwacht. Hierdoor stijgen ook de totale kosten binnen de huisartsenzorg.
Het antwoord op deze vraag is te vinden door het overzicht Aantal consulten en visites per praktijk → Consult regulier 20 minuten en langer te vergelijken met Totale zorgkosten landelijk → Huisartsenzorg. Onderstaande Praktijkspiegel laat zien dat het aantal lange consulten en visites voor alle leeftijdsklassen in 2022 hoger liggen dan verwacht en dat daarbij de gemiddelde kosten huisartsenzorg per ingeschreven patiënt ook hoger liggen dan verwacht. Het aantal lange consulten en visites is 1 van de factoren die de gemiddelde kosten huisartsenzorg per patiënt bepalen, maar het aantal reguliere consulten en visites korter dan 20 minuten spelen bijvoorbeeld ook een rol.
Het antwoord op deze vraag kan worden afgeleid door naar het overzicht Totale zorgkosten te kijken in de Praktijkspiegel. Kijk vervolgens naar een jaar waar alle zorgsoorten (nagenoeg) compleet zijn om de zorgsoorten met elkaar te vergelijken. In onderstaand voorbeeld is te zien dat voor 2021 de kosten voor huisartsenzorg iets lager liggen dan verwacht. Dit terwijl de kosten voor alle andere zorgsoorten (met uitzondering van fysiotherapie) juist hoger uitvallen dan verwacht. Waarbij met name GGZ (1.080%), overig (290%) en MSZ (80%) opvallen.
Dit kan wederom worden afgeleid uit het overzicht Totale zorgkosten. Vervolgens kan je de verhouding tussen ELD en MSZ over de jaren heen met elkaar vergelijken. Het valt voor onderstaande praktijk met name op dat in 2019 de kosten voor zowel ELD als MSZ lager liggen dan verwacht, maar dat voor de jaren daarna de kosten voor zowel ELD als MSZ juist hoger liggen dan verwacht.
Dit kan worden afgeleid uit de overzichten Totaal aantal consulten en visites per praktijk en Totaal aantal consulten en visites HAP/HDS/ANW per praktijk in de Praktijkspiegel. Voor onderstaande praktijk geldt voor 2022 dat het totaal aantal consulten en visites voor alle leeftijdsklassen hoger ligt dan verwacht. Het totaal aantal consulten visites HAP/HDS/ANW voor alle leeftijdsklassen juist lager ligt dan verwacht.
Het antwoord op deze vraag vindt u terug in de overzichten Gemiddelde kosten consulten POH-GGZ per ingeschreven patiënt en Gemiddelde totale GGZ-kosten per ingeschreven patiënt van de Praktijkspiegel. Voor onderstaande praktijk is te zien dat in 2019 er geen POH kosten zijn gedeclareerd, terwijl de gemiddelde totale GGZ-kosten per ingeschreven patiënt zeer hoog waren in vergelijking met verwacht. De jaren daarna stijgen de kosten voor de POH-GGZ en komt deze steeds dichter bij de verwachte waarde te liggen, terwijl de gemiddelde totale GGZ-kosten per ingeschreven patiënt juist dalen, waardoor het verschil met de verwachte waarde kleiner wordt.
In hoofdstuk 2 staat het overzicht Praktijkgegevens weergegeven. Dit overzicht toont alle relaties met zorgverleners die gedurende (een deel van) de rapportageperiode geregistreerd staan bij de praktijk.
Bij “aantal huisartsen” staat het aantal unieke huisartsen (ongeacht het dienstverband) weergegeven (ongeacht de einddatum van de relatie of het moment van realisatie van de Praktijkspiegel). Bij onderstaande praktijk zijn er in 2022 drie huisartsen werkzaam en één waarnemer, dus 75% van de werknemers is huisarts en 25% is waarnemer. Huisarts 3 is na een aantal jaar in loondienst te zijn geweest, vanaf 1 januari 2019 ook eigenaar geworden van de praktijk.
Dit kan worden afgeleid uit het overzicht Percentage hogekostenpatiënten per jaar en Totale zorgkosten. In het voorbeeld hieronder is te zien dat het percentage hogekostenpatiënten voor alle jaren hoger ligt dan verwacht voor deze praktijk en dat dit ook geldt voor de gemiddelde MSZ- en GGZ-kosten per ingeschreven patiënt. De trend van dalen en stijgen van het percentage hogekostenpatiënten t.o.v. het voorgaande jaar is nagenoeg op een gelijke wijze terug te zien bij de gemiddelde kosten per ingeschreven patiënt voor de MSZ en GGZ over de jaren.
Dit kan worden afgeleid door de cijfers bij Overzicht MSZ (hoofdstuk 8.2) te vergelijken met Totale zorgkosten landelijk → Extramurale farmaceutische zorg. Bij onderstaande praktijk is te zien dat het percentage zorggebruikende patiënten voor MSZ lager ligt t.o.v. verwacht en dat de Extramurale farmaceutische kosten ook lager liggen dan verwacht.