Factsheet kwetsbare ouderen

Deel dit bericht via

22% van de 65-plussers in ons land heeft veel gezondheidsklachten, moeite om de regie over hun leven te voeren en een verhoogde kans op ziekenhuisopname of overlijden. Vektis ontwikkelde een model om de populatie kwetsbare ouderen in Nederland in beeld te brengen op basis van declaratie-informatie. Met het model kan Vektis de prevalentiecijfers van kwetsbare ouderen en het zorggebruik van deze groep op landelijk niveau en verschillende regionale niveaus inzichtelijk maken.

Wij zoomen in deze factsheet in op de groep thuiswonende kwetsbare ouderen. Het beleid van overheden en zorgverzekeraars richt zich vooral op deze mensen, en niet op de groep die in een instelling woont. Mensen in instellingen kunnen per definitie als kwetsbaar worden aangemerkt.

17% van alle thuiswonende 65-plussers is kwetsbaar

22% van alle 65-plussers is kwetsbaar. Dit zijn 730 duizend ouderen. 547 duizend kwetsbare ouderen wonen thuis, dat is meer dan een kwart (17%) van alle thuiswonende ouderen. 180 duizend kwetsbare 65-plussers wonen in een instelling.

Kwetsbare ouderen krijgen vaak meerdere soorten medicatie voorgeschreven. Dat duidt op het hebben van meerdere aandoeningen.

Volgens de laatste schattingen van het CBS zijn in 2030 bijna 4,3 miljoen mensen 65 jaar of ouder, dat zijn er 860 duizend meer dan in 2020. 1,2 miljoen ouderen zijn in 2030 ouder dan 80 jaar, een stijging van ruim 400 duizend ten opzichte van 2020.

 

17% van alle thuiswonende 65-plussers is kwetsbaar

2/3 van de thuiswonende kwetsbare ouderen is vrouw

De groep kwetsbare ouderen bestaat voor 2/3 uit vrouwen en voor 1/3 uit mannen. Het aandeel thuiswonende kwetsbare ouderen van het totaal aantal ouderen in Nederland neemt toe naarmate de leeftijd vordert. In alle leeftijdsgroepen is het aandeel vrouwen dat kwetsbaar is, groter dan het aandeel kwetsbare mannen. Van de ouderen in de leeftijdsklasse 65-70 jaar wordt 6% van de mannen en 10% van de vrouwen tot de potentieel kwetsbaren gerekend. Bij de 90-94 -jarigen gaat het om 41% van de mannen en 45% van de vrouwen.

In de figuur zie je het percentage kwetsbare mannen en vrouwen ten opzichte van de totale populatie ouderen.

Meeste kwetsbare ouderen lijden aan een hart- en vaatziekte

Veel kwetsbare ouderen hebben meerdere chronische aandoeningen tegelijk waar zij voor onder behandeling zijn. Vaak hebben mensen in deze groep een aandoening gerelateerd aan het hartvaatstelsel. Ook diabetes, COPD of een combinatie van deze 3 aandoeningen komt veel voor.

In de figuur zie je de top 10 meest voorkomende aandoeningen en combinaties daarvan bij de groep thuiswonende kwetsbare ouderen. 60% van hen heeft 1 van de aandoeningen of combinaties uit deze top 10. Het meest opvallend is dat hart- en vaatziektes deel uitmaakt van iedere combinatie.

Kwetsbare ouderen bezoeken de huisarts 3x zo vaak als niet-kwetsbare ouderen

Kwetsbare ouderen gaan gemiddeld 14x per jaar naar de huisarts voor een consult. Niet-kwetsbare ouderen gaan gemiddeld 5x. Daarnaast komt de huisarts ook vaker bij kwetsbare ouderen thuis (gemiddeld 2-3 keer per jaar), dan bij niet-kwetsbare ouderen (gemiddeld 0-1 keer per jaar).

In de figuur zie je het aantal consulten en visites van kwestbare ouderen en hun niet-kwetsare leeftijdsgenoten.

Zorguitgaven kwetsbare ouderen tot bijna 5x hoger dan bij niet-kwetsbare leeftijdsgenoten

De totale zorguitgaven van kwetsbare ouderen liggen tot bijna 5x hoger dan bij niet-kwetsbare leeftijdsgenoten. Logisch, want kwetsbare ouderen bezoeken vaker de huisarts of een specialist in het ziekenhuis. Ook ontvangen zij vaker hulp thuis vanuit de wijkverpleging. Hoe hoger de leeftijd, hoe kleiner het verschil tussen kwetsbare en niet-kwetsbare ouderen.

 

Thuiswonende kwetsbare ouderen hebben hoogste uitgaven per persoon voor ziekenhuiszorg

Kwetsbare ouderen die thuis wonen hebben de hoogste uitgaven per persoon in het ziekenhuis. Daarna zijn de uitgaven voor wijkverpleging en extramurale farmacie het hoogst. Voor alle zorgsoorten geldt dat de uitgaven voor kwetsbare ouderen hoger zijn dan voor niet-kwetsbare ouderen.

In Neder-Betuwe wonen de meeste thuiswonende kwetsbare ouderen

In de gemeentes Neder-Betuwe, Pekela en Appingedam is het percentage thuiswonende kwetsbare ouderen het hoogst met respectievelijk ruim 24%, ruim 23% en 23% van het totaal aantal 65-plussers in deze gemeente. Landelijk is dat gemiddeld 17% [1].

De percentages zijn niet een-op-een te relateren aan het percentage 65-plussers in een gemeente. De gemeentes met het hoogste percentage 65-plussers zijn namelijk Bergen (NH) (32%), Laren (32%) en Valkenburg aan de Geul (29%). Wil je weten hoeveel ouderen er in jouw woonplaats wonen? Bekijk dan de factsheet Ouderenzorg.

In de interactieve kaart hiernaast kun je opzoeken wat het aandeel kwetsbare oudere per gemeente is. Navigeer hiervoor met je muis over de kaart.

Wat is kwetsbaarheid en hoe wordt het gemeten?

In de literatuur zijn tal van definities van kwetsbaarheid te vinden. Het RIVM definieert kwetsbare ouderen als ouderen die moeite hebben om de regie over hun leven te voeren en daarmee hun zelfstandigheid te behouden. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen 4 ‘gebieden’ waarop ouderen kwetsbaar kunnen zijn: fysieke (belemmeringen in hun fysieke functioneren door bijvoorbeeld gewichtsverlies, evenwichtsproblemen, vermoeidheid), cognitieve (belemmeringen in cognitie zoals geheugen en flexibiliteit), sociale (belemmeringen door eenzaamheid of verlies van sociale steun) en psychische kwetsbaarheid (belemmeringen door psychische aandoeningen zoals een depressie).

Ook de definitie van kwetsbaarheid uit het rapport van het Sociaal Cultureel Planbureau uit 2011 geeft deze diverse aspecten van kwetsbaarheid goed weer: ‘Kwetsbaarheid bij ouderen is een proces van het opeenstapelen van lichamelijke, psychische en/of sociale tekorten in het functioneren dat de kans vergroot op negatieve gezondheidsuitkomsten (functiebeperkingen, opname, overlijden)’.

Binnen en buiten Nederland zijn diverse methoden ontwikkeld om kwetsbaarheid systematisch te meten. De methoden zijn gebaseerd op vragenlijsten, op aandoeningen/symptomen, op declaratiedata  of op combinaties van deze methoden. In ons onderzoek gebruikten we de kwetsbaarheidsscore/frailty-score volgens de U-PRIM methode, waarin de kwetsbaarheid van ouderen wordt afgeleid van de informatie over aandoeningen/klachten die huisartsen invoeren [1] in het huisartseninformatiesysteem (HIS).

De frailty-score volgens de U-PRIM is vooral gerelateerd aan lichamelijke gezondheidsklachten en minder aan cognitieve, sociale en psychische aspecten. Dat geldt dus ook voor het model waarmee we de frailty-score verklaren uit het zorggebruik.

 

[1] NB: In een aantal gemeentes is niet bekend hoeveel consulten men bij de huisarts heeft gehad, omdat er 1 ‘totaal’ tarief per ingeschreven patiënt wordt gehanteerd. Het aantal huisartsenconsulten is echter 1 van de belangrijkste voorspellers voor kwetsbaarheid onder ouderen. Dit betekent dat er in deze gemeentes geen betrouwbare inschatting kan worden gedaan over het percentage kwetsbare ouderen.