Factsheet Ouderenzorg

Deel dit bericht via

Ouderenzorg is de specifieke zorg die wordt verleend aan ouderen, zoals wijkverpleging. De kosten van ouderenzorg stijgen al jaren en dat blijft voorlopig ook zo, want een nieuwe generatie ouderen dient zich aan. Deze factsheet gaat over de kosten van de ouderenzorg in Nederland. Nu en in 2030. Wist je bijvoorbeeld dat 88% van de ouderen momenteel helemaal geen gebruikmaakt van ouderenzorg?

Eerder publiceerden wij de Zorgthermometer Inzicht in de ouderenzorg. Deze publicatie kun je rechts op deze pagina downloaden.

1 op de 5 Nederlanders is 65-plusser

In Nederland wonen 3,3 miljoen 65-plussers. 31% van hen is 75-84 jaar. Er zijn meer vrouwen dan mannen 65 jaar of ouder. Relatief gezien wonen in de gemeente Vaals de meeste ouderen. In de gemeente Urk wonen de minste 65-plussers. Wil je weten hoeveel ouderen er wonen in jouw gemeente? Klik met je muis in de kaart en bekijk het aandeel ouderen per gemeente.

Meeste uitgaven ouderenzorg vanuit Wet langdurige zorg

We besteden in 2017 28 miljard aan zorg voor ouderen. Gemiddeld is dat 8.650 euro per persoon: 4.500 euro gaat naar specifieke ouderenzorg en 4.150 euro naar algemene zorg. 28 miljard is ongeveer de helft van het totaal (62 miljard euro) dat wij in Nederland uitgeven aan zorg vanuit de Zorgverzekeringswet en de Wet langdurige zorg samen. De zorgkosten per persoon lopen op naarmate mensen ouder worden.

In de figuur hiernaast kun je zien hoe die 28 miljard euro besteed wordt. Navigeer hiervoor met je muis over de figuur.

88% van de ouderen gebruikt géén specifieke ouderenzorg

Wijkverpleging, opname in een verpleeghuis en het gebruik van eerstelijnsverblijf na een operatie zijn voorbeelden van specifieke ouderenzorg. Het gebruik van deze vormen van zorg is gerelateerd aan de leeftijd. Oftewel: hoe ouder iemand is, hoe meer ouderenzorg er nodig is. In de figuur zie je welke vorm van ouderenzorg 65-plussers op peildatum 1 juli 2017 kregen.

36% van de 65-plussers is in 2030 tussen de 75-84 jaar oud

De gemiddelde leeftijd bij overlijden was volgens het CBS in 1950 61 jaar. In 2016 was dat al 78 jaar. De verwachting is dat vrouwen in 2060 gemiddeld bijna 90 worden en mannen 87 jaar. Op dit moment wonen er in ons land al bijna 2.000 100-plussers. En ook dat aantal neemt de komende jaren toe.

De groep 75-84-jarigen wordt groter: in 2030 behoort 36% van de 65-plussers tot deze groep. In 2017 is dat 31%.

De effecten van het ouder worden zijn op allerlei vlakken merkbaar, en dan hebben we het niet over grijze haren en rimpels.

 

36% van de 65-plussers is in 2030 tussen de 75-84 jaar oud

De zorgkosten zijn in 2030 circa 37% hoger dan in 2017

In 2030 is 1 op de 4 Nederlanders 65 jaar of ouder. Dat zijn 4,2 miljoen mensen. Het aandeel van de ouderen in de totale zorgkosten neemt toe van 50% in 2017 naar 58% in 2030. Als we naar de verschillende zorgsoorten kijken, dan valt op dat de kosten van specifieke ouderenzorg sneller toenemen dan de ‘algemene’ zorgkosten. Gezien het feit dat we ramen op basis van de leeftijdsontwikkeling ligt dat ook voor de hand. Want de hogere leeftijdsklassen maken relatief meer gebruik van specifieke zorg dan van algemene ouderenzorg. In de grafiek hiernaast zie je de toename van de kosten van 2017 tot 2030.

75-plussers bezoeken het ziekenhuis het vaakst in verband met een oogaandoening

2 van de 3 ouderen is in 2016 in het ziekenhuis geweest voor een consult, een poliklinische ingreep of een operatie. 75-plussers (75%) moeten vaker naar het ziekenhuis dan mensen van 65 tot 75 jaar (60%). 75-plussers komen vaak in het ziekenhuis voor oogziekten (27%).

 

COPD/astma komt het meest voor bij mannen van boven de 75 jaar

Bijna iedereen krijgt in de loop van het leven te maken met gezondheidsklachten of aandoeningen. Deze klachten maken het dagelijks leven moeilijker. Bij ouderen gaat het vaak om meerdere problemen tegelijk: hartproblemen, COPD, dementie of diabetes met alle bijbehorende klachten zoals slecht zien, duizeligheid of slecht lopen. In 2017 hebben 390 duizend ouderen COPD/astma, kampen 580 duizend ouderen met diabetes en is van 232 duizend ouderen bekend dat ze dementie hebben. In de grafiek hiernaast zie je het percentage mensen met COPD/astma.

De meeste ouderen met Wlz wonen in een instelling

Als je 24 uur per dag zorg of toezicht nodig hebt, ben je aangewezen op zorg vanuit de Wet langdurige zorg. In 2017 hebben in totaal 233 duizend ouderen, ongeacht of ze in een verpleeghuis, een instelling voor verstandelijk gehandicapten of thuis wonen, korte tijd zorg ontvangen vanuit de Wlz. De meeste ouderen met Wlz-zorg wonen in een instelling.

De meeste ouderen met Wlz wonen in een instelling

455 duizend ouderen ontvingen wijkverpleging in 2017

Wijkverpleging is de zorg voor mensen die thuis verzorging of verpleging nodig hebben: mensen met een chronische ziekte of een lichamelijke handicap, die tijdelijk verzorging of verpleging thuis nodig hebben en mensen in het laatste levensstadium. Wijkverpleegkundigen vervullen daarnaast een preventieve rol bij kwetsbare ouderen die - nog - geen zorgvraag hebben. In 2017 ontvingen 455 duizend ouderen wijkverpleging. Gemiddeld kregen zij 5,2 uur per week zorg, gedurende een periode van gemiddeld 4,5 maanden. In de grafiek hiernaast zie je het percentage ouderen dat wijkverpleging kreeg in 2017.

4% van de 85-plussers met wijkverpleging ontvingen een jaar eerder Wlz-ouderenzorg

Er bestaan tal van relaties tussen zorgsoorten. Iemand met wijkverpleging die het thuis niet meer kan bolwerken, verhuist wellicht naar een verpleeghuis of maakt gebruik van het eerstelijnsverblijf. Kortom, mensen doorlopen diverse zorgpaden. We laten hier een voorbeeld zien van een specifieke groep ouderen, 85-plussers met wijkverpleging op een bepaald peilmoment, namelijk 1 januari 2016, en volgen deze groep in de tijd. Welke zorg ontvingen zij 1 jaar vóór het peilmoment en 1 jaar ná het peilmoment?

 

4% van de 85-plussers met wijkverpleging ontvingen een jaar eerder Wlz-ouderenzorg

Bronvermelding

  • Vektis data

  • CBS