Met declaratiedata kunnen we op een valide en toegankelijke manier verschillen bij de behandeling en de nazorg van huidkanker in beeld brengen. Dat blijkt uit onderzoek van de afdeling dermatologie van het Erasmus Medisch Centrum die hier onderzoek naar deed samen met Vektis en ESHPM (Erasmus School of Health Policy and Management).
Het doel van het onderzoek was om te kijken of declaratiedata gebruikt kunnen worden om veelvoorkomende huidkankerzorg te benchmarken en de verschillen in behandeling hiervoor in te schatten. Vektis werkte mee aan de opzet van het onderzoek en het inzetten van declaratiedata hierbij. Ook hebben we een deel van de analyses uitgevoerd.
Grote variatie tussen behandelcentra
Het traditionele ‘wegsnijden’ gebeurt landelijk in 75% van de huidkankerbehandelingen zo blijkt uit het onderzoek, maar er is grote variatie in dat percentage tussen behandelcentra. De onderzoekers zagen daarnaast grote verschillen in het percentage patiënten behandeld met 2 specifieke crèmes. Een behandeling via Mohs microchirurgie werd door enkele centra veel meer gedaan dan gemiddeld.
Over dit onderzoek is een wetenschappelijk artikel gepubliceerd in het tijdschrift Dermatology. Vervolgvragen kunnen zijn wat de reden is van de praktijkvariatie en of het verlagen ervan de kwaliteit en de efficiency van de huidkankerzorg verbetert.
Jaarlijks krijgen meer dan 200 duizend mensen de diagnose huidkanker. Zij hebben vaak meerdere declaraties. Voor het onderzoek is gebruikgemaakt van de declaratiedata 2016 van deze patiënten die in 124 behandelcentra de benodigde zorg ontvingen.