Mensen met kanker die palliatieve zorg krijgen hebben 5 keer minder kans om niet-passende zorg in de laatste maand van het leven te ontvangen dan wanneer zij geen palliatieve zorg krijgen (gecorrigeerd voor leeftijd, geslacht en aantal diagnoses van kanker). Dat blijkt uit onderzoek van Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL), het datalab van Vektis en Palliatieve Zorg Nederland (PZNL).
Vektis publiceerde eerder een factsheet met resultaten uit dit onderzoek. Daarin is nu ook te zien dat tijdige inzet van palliatieve zorg het risico op niet-passende zorg in de laatste levensmaand aanzienlijk verlaagt.
Onderzoeksopzet
Om meer inzicht te krijgen in de verleende zorg aan mensen met kanker in de laatste maand van hun leven hebben we declaratiedata bekeken van alle in 2017 overleden patiënten met kanker van 18 jaar en ouder. We bekeken ook bij wie er in het jaar voorafgaand aan het overlijden palliatieve zorg was gedeclareerd; in het ziekenhuis, thuis of in het verpleeghuis. We onderzochten het verband tussen het verlenen van palliatieve zorg en het ontvangen van potentieel niet-passende zorg in de laatste maand voor het overlijden. Met niet-passende zorg bedoelen we overmatige of onnodig belastende behandelingen in de laatste maand die bij een patiënt in de laatste levensfase mogelijk niet meer gewenst zijn. Bijvoorbeeld een ziekenhuisopname vlak voor overlijden, terwijl we weten dat de meeste mensen het liefste thuis sterven.
34% van de mensen met kanker werd mogelijk overbehandeld in de maand voor hun overlijden. In de figuur hieronder kun je zien welke vorm van niet-passende zorg zij ontvingen.