Let op: eind 2021 hebben we een nieuwe methode geïntroduceerd om de dementiepopulatie te bepalen. Aanleiding was de constatering dat het doortrekken van de bestaande methode tot een onrealistische toename zou leiden, de neerwaartse bijstelling van de populatie door Alzheimer Nederland en – niet in het minst – de reacties van externe deskundigen en instituten zoals het RIVM op de methode. Onderstaande cijfers en figuren zijn nog gebaseerd op de oude methode. Zie voor actuele cijfers en een toelichting op de nieuwe rekenmethode deze factsheet.
In 2018 hebben bijna 281 duizend personen dementie. 60% van hen is vrouw. In 2017 telden we 256 duizend mensen met dementie.
In absolute aantallen ligt de piek met mensen met dementie op 86 jaar. Ruim 13 duizend 86-jarigen hebben dementie. Dit is 22% van de totale populatie van 86-jarigen. Dementie treft niet alleen ouderen. Ruim 26 duizend 40 t/m 64 jarigen hebben dementie. De aandoening komt in die leeftijdsgroep vaker voor bij mannen dan bij vrouwen. Vanaf 76 jaar is dat juist andersom; dan komt dementie vaker voor bij vrouwen.
Meeste mensen met dementie wonen thuis
Op ons peilmoment (laatste week januari 2018) woonden er ruim 196 duizend mensen met dementie thuis. Dat is 70% van de populatie. Bijna 85 duizend mensen wonen er op dat moment in een instelling. In januari 2017 waren dat nog 82 duizend mensen.
Het zorggebruik van de groep die in een instelling woont is ruim 3 keer zo hoog als dat van de groep die thuis woont: 71.000 euro per persoon. Het grootste deel hiervan wordt gefinancierd vanuit de Wlz.
De gemiddelde kosten van een thuiswonende persoon met dementie (peilmoment laatste week januari 2018) bedragen 23.345 duizend euro. 13.137 duizend euro wordt vergoed vanuit de Zorgverzekeringswet (Zvw) en 10.208 duizend euro uit de Wet langdurige zorg (Wlz).
Hoe breng je alle mensen met dementie in beeld?
In 2018 bracht Vektis voor het eerst de groep mensen die in 2017 dementie hadden in beeld. Met een goede populatieafbakening kunnen we het volledige zorggebruik van mensen met dementie inzichtelijk maken, op welk niveau dan ook. We doen dit bijvoorbeeld in de Gemeentezorgspiegel, waarin we de dementiepopulatie en het zorggebruik op wijkniveau in beeld gaan brengen. Ook kunnen we trends in de tijd volgen, voor de omvang en samenstelling van de dementiepopulatie én de ontwikkelingen in het zorggebruik. Met het oog op de verwachte toename van de dementiepopulatie door de dubbele vergrijzing in de periode tot 2030-2040 biedt dit waardevolle handvatten voor (lokaal) beleid.